Vogelparadijs Oostvaardersplassen
'Kijk, daar! Wat is dat?!' Een rood-grijs vogeltje flitst voorbij en landt enkele meters van ons vandaan op het gras. We grijpen onze verrekijker en turen naar het prachtige kleine vogeltje met een rode borst en een zwart masker. 'Een gekraagde roodstaart!', roep ik enthousiast. Mijn onderbewuste legt de link meteen, maar we hebben toch even de vogelgids nodig om het beestje daadwerkelijk te determineren. Welkom in de Oostvaardersplassen!
Het eerste half uur lopen we misschien honderd meter, meer niet. Rond de ingang van het Buitencentrum Oostervaardersplassen is al heel veel te zien. Een stel zwartkoppen fluit in de bomen, een merel hupst rond en hoog op een tak in een boom zit een holenduif. Genoeg te zien!
Vlakbij de ingang is een vogelkijkhut. Als ik de hut binnenwandel, vliegt een vogel verschrikt naar buiten. Het lijkt een boerenzwaluw, maar de ontmoeting is zo kort dat ik het niet goed kan zien. Het raadsel wordt even later opgelost als de vogel weer naar binnen vliegt en meteen ook weer naar buiten als ie mij ziet. Een blik naar de nok van de kijkhut wijst uit dat de boerenzwaluwen druk bezig zijn met het bouwen van een paar vogelnesten in het gebouwtje. Logische plek voor de zwaluw, wat minder logisch voor ons :)
De Oostvaardersplassen zijn vooral bekend om de vele runderen, herten en konikspaarden die er rondlopen. Ik had niet verwacht dat het ook een waar vogelparadijs is waar een vogelaar zijn hart kan ophalen. We zien blauwborsten, horen een snor snorren in het riet en het gillen van een waterral, in de verte zien we een draaihals op het gras zitten en een drietal koereigers foerageren. Zo zijn er nog tientallen vogels die we gezien of gehoord hebben.
Helaas komen de Oostvaardersplassen vaak negatief in het nieuws. Het gebied bestaat natuurlijk nog niet erg lang (het ontstond bij de drooglegging van Flevoland) en het geldt als proeftuin voor modern natuurbeheer. Er werden edelherten, konikpaarden en heckrunderen uitgezet om het land op een natuurlijke manier vorm te geven door hun begrazing. Eind vorige eeuw werd bij wijze van experiment de natuur zoveel mogelijk aan zichzelf overgelaten.
Wij stelden de grenzen van de Oostvaardersplassen vast, waarbinnen de natuur z’n gang kon gaan. Hierdoor konden de grote grazers flink uitbreiden. Dit stuitte op veel weerstand, want tegen het eind van de winter waren veel dieren zo verzwakt dat ze stierven. In de winter liep de populatie eigenlijk altijd tegen de grenzen van het gebied aan.
Sindsdien probeert Staatsbosbeheer door preventief afschot de dierenpopulatie in het gareel te houden. Ook dat stuit natuurlijk op weerstand, maar bijvoeren zoals actievoerders deden en Staatsbosbeheer gedwongen werd te doen, is geen oplossing. Daarmee maak je het probleem alleen maar groter, want er komen nog meer dieren bij die ook weer gevoerd moeten worden. Waar houdt het dan op?
Het gebied kan slechts een beperkte hoeveelheid grote grazers (en grazende grauwe ganzen, trouwens) aan. Laten we ervoor zorgen dat deze dieren het allerbeste natuurlijke leven hebben wat ze in dit verder prachtige stukje van Nederland kunnen krijgen. Als aan die voorwaarde is voldaan, dan is afschot op dit moment het meest voor de hand liggend. Tenzij de wolf natuurlijk opduikt in deze voedselberg :)
Inmiddels zijn de Oostvaardersplassen een Natura2000 gebied geworden, waar veel bijzondere vogels een tussenlanding maken om te foerageren, te paren en nesten te bouwen, zoals lepelaars en de zeearend. Het trekt ook allerlei standvogels aan, zoals de beroemde baardmannetjes en een flinke kolonie aalscholvers. Een wandeling door dit gebied is een waar feest voor de vogel- en natuurliefhebber. Ik hoop dat we er nog lang van mogen genieten!