Hoop vinden in bloeiende bermen
Terwijl ik Zwijndrecht binnenrij, valt het me op: overal gemaaide bermen. Ik irriteer me – in tijden van ernstig verlies aan biodiversiteit is het ideaal van kaalgeschoren grasmat toch niet meer van deze tijd? Als ik zoiets zie, dan zakt me soms de moed in de schoenen, want voor natuur lijkt steeds minder plaats in Nederland.
De aarde is er niet best aan toe. Overal gaat de biodiversiteit achteruit, de aarde blijft opwarmen en als we daar niets aan doen, verdwijnt Nederland in de komende 75 jaar zelfs grotendeels onder water. Ontkennen heeft geen zin en wij, mensen, zijn de schuldigen. Met een toekomst die er zo deprimerend uitziet, lijkt hoop soms ver weg.
Toch is er hoop. En dat merk ik als ik een rondje met mijn zusje wandel door het Develbos. Tien jaar geleden stonden hier nog paarden en koeien in de wei, maar tegenwoordig groeit er een heus bos met bloemen, vogels en insecten in overvloed. Vroeger wandelden we hier regelmatig een rondje met de hond, maar na diens overlijden ben ik er nauwelijks nog geweest.
In mijn herinnering was het landschap destijds nogal leeg. Het werd doorkruist met wandelpaden en hier en daar stond jong struikgewas. Al met al was het nogal een kale bedoening. Nu herkende ik het bos bijna niet meer terug. De bomen zijn een stuk hoger dan ik me herinner, de struiken een stuk groter en wilder en bovendien staat alles prachtig in bloei. We zien de rupsen van de spinselmot knagen aan de bladeren van een waardplant, overal om ons heen groeien boterbloemen en koolzaadplanten. In de bomen fluiten vogels als Tjiftjaf en Fitis, terwijl we ook een grote bonte specht tussen de boomtakken ontwaren. Zelfs een nijlgans met kuikens zwemt in een van de waterpartijen die het bos rijk is.
We genieten van onze wandeling. Onder het lopen plukken we hier en daar eetbare planten en bloemen en bespreken we hoe Zwijndrecht nu zoveel anders is dan toen. Mijn zusje is opgegroeid in Zwijndrecht, waardoor ze het verschil tussen vroeger en nu duidelijk ziet. Ze herkent het dorp bijna niet meer terug. Zwijndrecht was altijd een kaalgeschoren grasmat, maar met de aanleg van het Develbos en ander maaibeheer, is het dorp groener dan ooit en de natuur dichterbij dan ooit.
Zo zijn er in heel Nederland steeds meer plukjes natuur terug te vinden. Juist ook in dorpen en steden. Door bijvoorbeeld het bermbeheer aan te passen aan het ritme van de natuur, valt er heel veel winst te halen voor de biodiversiteit in Nederland. Want zulke stukjes natuur trekken dieren aan. Van vogels tot insecten - waar eten en onderdak te vinden is, daar komen zij op af. Bloemen en struiken profiteren hiervan, want de grote hoeveelheid insecten zorgen ervoor dat zij zich kunnen vermeerderen. Dankzij goed bermbeheer barsten de bermen van het leven en kleur, heel anders dan het kale stadse graslandschap dat er vroeger was.
Het is verbazingwekkend hoe snel de natuur weer terugveert als we er de ruimte voor scheppen. In een jaar of tien is het Develbos een prachtig stukje natuur geworden, waar het voor mens en dier fijn vertoeven is. Veel Zwijndrechtenaren maken er een ommetje en vogels en insecten vinden er onderdak. Zulke ervaringen geven mij hoop. Hoop dat het toch nog goed kan komen met deze wereld als wij, mensen, het beheer ervan op de juiste wijze oppakken. We hebben in Nederland nog een lange weg te gaan, want op veel plaatsen staat de natuur nog onder zware druk. Maar laten we vooral ook hoop putten uit de (vaak) kleine overwinningen die er zijn. Want waar een wil is, daar is ook een weg!